Ondernemen met oog voor work-lifebalance: Dries Van Gils over Tuub

Als je weet dat in Gent koning fiets de plak zwaait, geldt Tuub zo’n beetje als de hofleverancier van bakfietsen en high-end vakantiefietsen. Mét succes, want de fietsenwinkel is al sinds 2015 een gevestigde waarde in de stad. Toch maakte zaakvoerder Dries Van Gils enkele jaren geleden de bewuste keuze om zijn zaak niet verder uit te breiden. In dit interview legt hij uit waarom.

Klanten houden er wel van dat ze één aanspreekpunt hebben voor advies, herstellingen en leveringen.”

Dag Dries! Hoe ben jij in het ondernemerschap gerold?

“Eigenlijk is het zo’n beetje een uit de hand gelopen hobby. Ik heb eerst een tijdje als leerkracht geschiedenis gewerkt, maar toen ik in 2013 terugviel naar een halftijds lessenrooster, heb ik mijn passie voor fietsen gevolgd. Ik begon als zelfstandige in bijberoep met mobiele fietsherstellingen. Het concept sloeg vanaf dag één aan en voor ik het wist, was mijn agenda gevuld. In september 2015 is de winkel er dan bijgekomen. Enkele jaren geleden heb ik het winkelpand overgekocht.”

In Gent zijn er natuurlijk flink wat fietsenwinkels, hoe probeer jij je daarin te onderscheiden?

“Door een hoger klantensegment aan te spreken en meer in te zetten op persoonlijke service. Ik ben voornamelijk gespecialiseerd in high-end bak- en vakantiefietsen, de fietsendepannage doe ik uitsluitend nog voor klanten die hier hun fiets kochten.”

“Ik wou bewust wegblijven van de populaire merken waar verkoopcijfers en groei centraal staan. De merken waarmee ik samenwerk zetten hoog in op service en het onderhouden van hun community. Bovendien win je, als kleine fietshandelaar, de race van alsmaar meer verkopen toch niet.”

Uitbreiden was voor jou geen optie?

“Als je wilt uitbreiden, moet je personeel aanwerven en eigenlijk werk ik liever alleen. Zo kan ik 100 % focussen op wat ik graag doe, zoals klanten adviseren en aan fietsen sleutelen. Daarnaast laat het pand waar ik nu zit geen uitbreiding toe. En klanten houden er wel van dat ze één aanspreekpunt hebben voor advies, herstellingen en leveringen. Ook dat is een manier om als kleinere fietsenwinkel het verschil te maken.”

Hoe vertaalt zich dat naar het financiële plaatje?

“Eerlijk gezegd, had ik bij de start niet echt een financieel plan, maar dat zou ik niemand adviseren. De fietsensector is een bloeiende markt, in andere sectoren is dat wellicht minder vanzelfsprekend. Voor mij was het een belangrijke voorwaarde dat mijn gezin van zes ervan kon leven en dat is vandaag zeker het geval. We hebben een mooie winst in de vennootschap én ik heb nog veel vrijheid. Maar dat is een leerschool.”

“Vooral op het vlak van cashflow was dat een grote aanpassing. Aangezien we waardevolle fietsen verkopen, heb je veel stock nodig zodat je de klant voldoende opties kan tonen. Daardoor zit een deel van mijn kapitaal altijd vast. In de beginjaren werd ik daar onrustig van, maar mijn accountant bij Umain heeft mij daarin gerustgesteld en aangetoond dat ik wel degelijk goed bezig was. Ik heb geleerd om alles goed op papier te zetten. Hoeveel staat er op de rekening? Wat moet er nog binnenkomen? Verder hebben we een uitgebreid kaskrediet bij de bank, zodat we – als het nodig is – onder nul kunnen gaan. Ik heb daar nog nooit gebruik van gemaakt, maar het geeft wel meer rust en controle om te weten dat ik de mogelijkheid heb.”

Wat vind je belangrijk in het ondernemerschap?

“Het is hard werken, maar ik kan mijn ondernemerschap zo inrichten dat het een goede work-lifebalance oplevert. Ik kies zelf mijn uren en kan al eens een dagje verlof nemen, zonder dat ik vervanging moet zoeken. Je moet daar wel grenzen in stellen. Vroeger trapte ik regelmatig in de valkuil van te hard werken, omdat ik er echt van overtuigd was dat dat nodig was. Vandaag sluit ik de winkel stipt om 18.00 en sta ik een kwartier later thuis.”

Tot slot, waar mogen klanten zich in 2024 aan verwachten?

“Binnenkort komt er een nieuw merk van high-end vakantiefietsen bij, genaamd Santos. Dat gaat Tuub nog meer in de richting sturen die ik voor ogen heb. En verder wil ik het advies- en serviceluik naar een nog hoger niveau tillen.”

Klinkt veelbelovend, Dries! We weten alleszins waar we moeten zijn voor onze volgende fiets.